aap

[1] Een aap (chimpansee).

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aap    (hulp, bestand)
  • IPA: /ap/
Woordafbreking
  • aap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aap apen
verkleinwoord aapje aapjes

Zelfstandig naamwoord

aap m

  1. (zoogdieren) Primates het meest met de mens verwante vierhandige zoogdier uit de orde der primaten
    • Omdat een aap zoveel op een mens lijkt vinden we het leuk om aapjes te kijken in de dierentuin en misschien vinden de apen het ook leuk om mensje te kijken. 
  1. (schertsend) een deugniet, een ondeugend persoon
    • De apen moeten weer van school gehaald worden en dus is het weer gedaan met de rust in huis. 
  1. een min of meer vierkant zeil dat op oude zeilschepen gebruikt werd om meer zeil bij te zetten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.

  • Iets dat lelijk is, zal nooit mooi worden.

Daar komt de aap uit de mouw.

  • De eigenlijke bedoeling blijkt nu pas.
Uitdrukkingen en gezegden

Zich een aap lachen.

  • Heel erg moeten lachen.

Iemand voor de aap houden.

  • Iemand beetnemen.

Iemand voor aap zetten.

  • Iemand voor schut zetten.

In de aap gelogeerd zijn.

  • Onverwacht in moeilijkheden geraakt zijn[3].
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Achterhoeks

enkelvoud meervoud
naamwoord aap apen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aap

  1. (zoogdieren) aap; een zoogdier uit de orde der primaten
  2. aap; metaforisch voor een zich primitief gedragende mens


Limburgs

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /aːp/ (Etsbergs)

Zelfstandig naamwoord

aap m

  1. (Hooglimburgs), (dierkunde) aap (zoogdier)
Verbuiging


Nedersaksisch

enkelvoud meervoud
naamwoord aap apen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

aap

  1. (zoogdieren) aap; een zoogdier uit de orde der primaten
  2. aap; metaforisch voor een zich primitief gedragende mens
Schrijfwijzen


Veluws

Zelfstandig naamwoord

aap

  1. (zoogdieren) aap; een zoogdier uit de orde der primaten
  2. aap; metaforisch voor een zich primitief gedragende mens
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.