apekool
Nederlands
Woordafbreking
- ape·kool
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onzinpraat’ voor het eerst aangetroffen in 1763 [1]
- [1] Mogelijk uit het West-Vlaamse apekalle (slecht soort vis)
- [2] of samenstelling van aap en kool met het invoegsel -e- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apekool | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
apekool v/m
- (informeel) complete onzin, domme praat
- Het suggereren van dit soort verbanden is volstrekte apekool.
Gangbaarheid
- Het woord apekool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'apekool' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Opmerkingen
Apekool kreeg bij de spellingswijziging van 1996 geen tussen-n, omdat door de Taalunie uit is gegaan van etymologie [1] (de West-Vlaamse herkomst), waardoor er dus geen enkel verband zou zijn met aap.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.