mensaap
Nederlands
Woordafbreking
- mens·aap
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘primaat’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
- samenstelling van mens en aap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mensaap | mensapen |
verkleinwoord | mensaapje | mensaapjes |
Zelfstandig naamwoord
mensaap m
- (zoogdieren) een gemeenschappelijke naam voor dieren uit de orde van de primaten
Vertalingen
1. een gemeenschappelijke naam voor dieren uit de orde van de primaten
Gangbaarheid
- Het woord mensaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mensaap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.