apelazarus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ape·la·za·rus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apelazarus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

apelazarus o [2]

  1. (informeel) in verbindingen met schrikken, lachen, werken, zoeken enz. heel erg hard schrikken, lachen, werken, zoeken enz (zodat je figuurlijk doodgaat zoals lazarus dood is gegaan)
    • Vanmarckes voorbereiding op Parijs-Roubaix van dit jaar begon op de maandag na Parijs-Roubaix van vorig jaar. Een jaar lang trainde hij zich het apelazarus om dit voorjaar de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix te kunnen winnen; geen dag ging er voorbij zonder dat hij aan ‘De Ronde’ en ‘De Hel’ dacht. Toen de rest van het peloton met de familie aan het Kerstontbijt zat, verkende hij voor de zoveelste keer ‘Vlaanderens Mooiste’. Hij trok naar Noord-Frankrijk om de ligging van iedere steen tussen Parijs en Roubaix uit zijn hoofd te leren. En de druk werd nog groter toen hij een contract tekende bij Blanco, voor een godsvermogen, à raison van zeven ton. Gelukkig contracteerde Blanco voor die prijs twee renners ineen: Seps broer Ken kregen ze er gratis bij. Ken, die ooit zelf op hoog niveau koerste, heeft zijn leven in het teken van zijn broertje gesteld.[3] 
  1. ~ krijg het apelazarus: krijgt een ernstige ziekte
Synoniemen
  • apetering, apezuur, klaplazarus, kleplazarus, laplazarus, leplazarus, krijg de tering, krijg de tyfus
Uitdrukkingen en gezegden
  • het apelazarus schrikken
je dood schrikken, heel erg schrikken
  • krijg het apelazarus
krijg een vreselijke ziekte als verwensing


Gangbaarheid

  • Het woord apelazarus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.