-eus

Nederlands

Huidig
bestand
29
Uitspraak
Woordafbreking
  • -eus

Achtervoegsel

-eus [1]

  1. ter vorming van bijvoeglijk naamwoorden (uit zelfstandig naamwoorden) soms uit het Frans, Latijn of Engels afkomstig
Verwante begrippen
  • -ieus , -ineus, -ueus, -uleus
Hyponiemen

Verwijzingen


Latijn

Uitspraak
  • IPA: /-ɛʲʊs/

Achtervoegsel

-ĕus

  1. vormt bijvoeglijke naamwoorden met als betekenis "gemaakt van" bij stofnamen.
  1. «aurum → aurĕus»
    goud → gouden
  2. vormt bijvoeglijke naamwoorden met diverse betekenissen van zelfstandige naamwoorden, en dit in de drie geslachten (-ĕus, -ĕa, -ĕum).
  1. «alvus → alvĕus»
    buik → trog, voederbak
  1. «fēmĭna → fēmĭnĕus»
    vrouw → vrouwelijk, door vrouwenhand, verwijfd
Verbuiging
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.