voluptueus
Nederlands
Woordafbreking
- vo·lup·tu·eus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wulps’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
- afgeleid van het Franse voluptueux of daarvoor van het Latijnse 'voluptuosus' (aangenaam, genotvol)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | voluptueus | voluptueuzer | voluptueust |
verbogen | voluptueuze | voluptueuzere | voluptueuste |
partitief | voluptueus | voluptueuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
voluptueus
- op zodanige wijze mollig en voorzien van rondingen dat het wellustige gevoelens opwekt
Afgeleide begrippen
- voluptueusheid
Gangbaarheid
- Het woord voluptueus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voluptueus' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.