tuberculeus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tu·ber·cu·leus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘van de aard van tuberculose’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1840 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tuberculeustuberculeuzertuberculeust
verbogen tuberculeuzetuberculeuzeretuberculeuste
partitief tuberculeustuberculeuzers-

Bijvoeglijk naamwoord

tuberculeus

  1. (medisch) met betrekking tot tuberculose
    • Een ontsteking aan het baarmoederslijmvlies ten gevolge van een tuberculeuze infectie heet tuberculeuze endometritis.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tuberculeus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.