ingenieus
Nederlands
Woordafbreking
- in·ge·ni·eus
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vernuftig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1602 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ingenieus | ingenieuzer | ingenieust |
verbogen | ingenieuze | ingenieuzere | ingenieuste |
partitief | ingenieus | ingenieuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ingenieus
- vernuftig, vindingrijk, goed bedacht en gemaakt
- Dat was een heel ingenieuze oplossing voor het al lang bestaande probleem.
ingenieus
- partitief van de stellende trap van ingenieus
- Dat is iets ingenieus...
Gangbaarheid
- Het woord ingenieus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ingenieus' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.