scabreus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sca·breus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gewaagd’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • uit het Frans [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen scabreusscabreuzerscabreust
verbogen scabreuzescabreuzerescabreuste
partitief scabreusscabreuzers-

Bijvoeglijk naamwoord

scabreus [3]

  1. niet zoals het hoort volgens de goede zeden
    • Een stukje uit de rubriek waarmee Verbiest en Geertje De Ceuleneer dagelijks het programma afsloten: ze lazen een dialoog voor uit een boek dat tot de wereldliteratuur mocht worden gerekend. Het fragment dat we hoorden, was enigszins scabreus, waardoor beide presentatoren de slappe lach kregen. [4] 
    • Onder invloed van reformatie en een nieuwe stedelijke burgerij begonnen schilders zich toe te leggen op zaken die voorheen slechts als decor of ter stoffering van geestelijke stukken dienden: keukens, herbergtaferelen, bordeel-scènes, boerenkermissen; woekeraars, landsknechten, keukenmeiden, kei-snijders, kwakzalvers, huisvrouwen. De achtergrond werd voorgrond - soort van. En wat zich op die voorgrond aandiende, had vaak een gewelddadig en/of scabreus karakter. Pijn en pies - daar had men aardigheid in. [5] 
Synoniemen
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord scabreus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    49 %van de Nederlanders;
    47 %van de Vlamingen.

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.