NS 4000
De serie NS 4000 was een serie sneltreinstoomlocomotieven van de Nederlandse Spoorwegen van 1945 tot 1956.
NS 4000
| ||||
NS 4006 te Schiedam in 1953. | ||||
Aantal | 15 | |||
Nummering | 4001-4015 | |||
Fabrikant | NOHAB | |||
In dienst | 1945-1946 | |||
Uit dienst | 1956 | |||
Asindeling | 2'C | |||
Spoorwijdte | 1435 mm | |||
Massa locomotief | 83,6 ton | |||
Massa tender | 53 ton | |||
Aslast | 18,4 ton | |||
Diameter drijfwielen | 1890 mm | |||
Lengte over buffers | 20.775 mm | |||
Hoogte | 4280 mm | |||
Maximumsnelheid | 120 km/u | |||
Vuurkist | 14,5 m2 | |||
Vlampijpen | 147 m2 | |||
Oververhitter | 50 m2 | |||
Roosteroppervlak | 3,25 m2 | |||
Maximum stoomspanning | 12 kg/cm2 | |||
Aantal cilinders | 3 | |||
Diameter × slaglengte cilinders | 500 x 660 mm | |||
Stoomverdeling | Walschaerts | |||
Waterinhoud | 22,5 m3 | |||
Brandstofvoorraad | 7 ton kolen | |||
Vermogen | ± 1650 PKi | |||
Trekkracht | 11.000 kg | |||
|
Al in de Tweede Wereldoorlog bestelde de Nederlandse regering in Londen 50 stoomlocomotieven bij de Zweedse fabriek Nydqvist & Holm AB (NOHAB) te Trollhättan om de door oorlogshandelingen sterk uitgedunde vloot locomotieven snel op peil te kunnen brengen. Om tijd te sparen koos men voor bestaande modellen van typisch Zweedse locomotieven. Het betrof hier 15 stuks sneltreinlocomotieven met de asindeling 2'C en 35 stuks goederenlocomotieven met de asindeling D. De sneltreinlocomotieven werden ingedeeld in de serie NS 4000 en de goederenlocomotieven in de serie NS 4700.
De NS 4000 was een voor Nederlandse begrippen uiterst moderne loc met drie cilinders; alle cilinders dreven de eerste gekoppelde as aan. Het voorbeeld van de 4000 reed bij de Zweedse particuliere spoorwegmaatschappij Bergslagernas en voldeed daar prima, ze waren afgeleid van het type 'H3s'. Zo liepen alle assen op SKF-kogellagers, de achterzijde van het gestroomlijnde machinistenhuis was geheel afgesloten met een vouwbalg aan de tender en de locomotieven beschikten over elektrische verlichting, dat door de NS uiteraard werd afgenomen.
De tender was van het Gölsdorf-type en de beide tweeassige draaistellen liepen ook op kogellagers. De tenders van de series 4000 en 4700 waren aan elkaar gelijk. Bij een nieuw nummerschema voor tenders van stoomlocomotieven, dat in 1949 werd ingevoerd, werden de tenders van de serie 4700 vernummerd naar 4016-4050, zodat een doorlopende, onderling uitwisselbare, serie ontstond.
De locomotieven oogden met hun kleine puntige rookkastdeur en grote windleiplaten erg fraai, maar echt handig was dit niet bij het schoonmaken van het vuur en het verwisselen van de vlampijpen. In de loop der jaren werden de rookkastdeuren vervangen door grotere, afkomstig van afgevoerde Austerity-locomotieven van de series NS 4300 en NS 5000. Een grotere kwaal was dat de locomotieven beschikten over een stalen binnenvuurkist. Er werd dan ook besloten deze door koperen exemplaren te vervangen, wat een kostbare investering was, te meer omdat voor deze verbouwing enkele extra ketels moesten worden aangeschaft, die ook weer van stalen binnenvuurkisten waren voorzien. Nadat elf locomotieven een nieuwe koperen binnenvuurkist hadden gekregen werd de verbouwing stopgezet. De 4002, 4003, 4011 en 4015 hadden toen nog een stalen binnenvuurkist.
De 4000'en liepen door hun driecilinderdrijfwerk zeer rustig en hebben direct na de Tweede Wereldoorlog belangrijke snel- en D-treinen getrokken, qua vermogen en trekkracht deden ze niet onder voor de NS 3900. Door hun geringe eigen rolweerstand trokken ze wat sneller op dan de 3900. Als eerste van haar serie kwam loc 4001 op 17 maart 1946 in Utrecht aan. Ten gevolge van de elektrificatie van spoorlijnen in Nederland kregen de 4000'en na een korte periode waarin ze veel waardevolle diensten verrichtten steeds minder werk en trokken ze begin jaren 50 al buurtgoederentreinen of verschenen ze in de konvooidiensten, een sneltreinloc 'onwaardig'. In januari 1953 verloren de 4000'en de laatste D-treinen. De nog van stalen binnenvuurkisten voorziene machines werden toen direct buiten dienst gesteld. Van de locs met koperen binnenvuurkisten werden de eerste reeds in 1954 buiten dienst gesteld. Dat waren de 4001, 4004, 4007, 4010, 4012 en 4014. In 1955 volgden de 4005, 4006, 4008 en 4013. De 4009 werd uiteindelijk als laatste van haar serie in de herfst van 1956 buiten dienst gesteld.
Van de NS 4000 is geen enkel exemplaar bewaard, wel beschikt de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij over twee Zweedse locomotieven van de serie B 1200 die eveneens door Nydqvist & Holm zijn vervaardigd en enigszins lijken op de 4000. In Zweden zijn wel nog twee locomotieven van de zusterserie 'H3s' bewaard gebleven.
Verder zijn de tenders van locs 4003 en 4025 (4710) bewaard, die tot 1983 als waterwagen werden gebruikt voor de tot 1983 gebruikte slijptrein, nu zijn ze in bezit van Hoogovens Stoom IJmuiden, waar van de tender 4025 (4710) de bovenbouw is afgenomen en op het onderstel een generatorwagen is gebouwd.
Foto's
- NS 4001 met een trein. (1946)
- Tender 4003 als waterwagen voor de railslijptrein te Hilversum ca. 1983
- NS 4004 te Amsterdam C.S (Tussen 1946 en 1956)
- NS 4011 met een reizigers trein bij Utrecht C.S. (1950)
- NS 4012 ter hoogte Ermelo (Tussen 1946 en 1956)
- NS 4002 bij de herstelde spoorbrug over het Hollands Diep bij Moerdijk. (24-08-1946)
- NS 4000 het smeren van het loopwerk. (Tussen 1946 en 1947)
- NS 4011 bij Utrecht (1950)
Bronnen
Bronnen, noten en/of referenties
|