Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie

De Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie (CVVO, Russisch: Организация Договора о Коллективной Безопасности, ОДКБ, ODKB; Engels: Collective Security Treaty Organisation, CSTO) is een militair bondgenootschap van Rusland en vijf andere staten in de voormalige Sovjet-Unie: Armenië, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Wit-Rusland. De CVVO kan gezien worden als een tegenpool van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en een opvolger van het Warschaupact.

Организация Договора о Коллективной Безопасности

(Details)    

Paars: lidstaten. Geel: voormalig aangesloten bij het Collectieve Veiligheidsverdrag
WerktaalRussisch
LidmaatschapArmenië, Kazachstan, Kirgizië, Rusland, Tadzjikistan, Wit-Rusland
Secretaris-generaalNikolaj Bordjoescha
Websitewww.odkb-csto.org
De Kazachse president Noersoeltan Nazarbajev, de toenmalige Russische president Dmitri Medvedev en de toenmalige Kirgizische president Koermanbek Bakijev (van links naar rechts) bij een oefening van de snelle reactie-eenheid in Kazachstan in augustus 2009
De toenmalige Russische president Dmitri Medvedev, de Armeense president Serzj Sarkisian en secretaris-generaal Nikolaj Bordjoescha (van links naar rechts) op een top in Armenië in augustus 2010
Top van de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie in Moskou, december 2010

Leden

Lidstaten

Voormalige lidstaten

Organisatie

De lidstaten hebben een gezamenlijke militaire eenheid om snel te kunnen reageren op bedreigingen als militaire agressie, terrorisme en drugssmokkel. Deze snelle reactie-eenheid (Russisch: Коллективные силы оперативного реагирования, КСОР, KSOR, Engels: Collective Rapid Reaction Force, CRRF) bestaat onder meer uit een Russische divisie luchtlandingstroepen, een Russische luchtmobiele brigade, een Wit-Russische Spetsnaz-brigade en een Kazachs bataljon mariniers.

Een militaire basis van een land dat niet lid is van de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie mag alleen gevestigd worden met officiële goedkeuring van alle lidstaten. Via de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie kan Rusland dus tegenhouden dat er Amerikaanse of andere buitenlandse militaire bases in een van de andere lidstaten gevestigd worden. Deze regel geldt echter niet voor al aanwezige militaire bases, zoals het Amerikaanse doorvoercentrum in Kirgizië en de Franse gevechtsvliegtuigen gebaseerd in Tadzjikistan.[1]

De lidstaten houden gezamenlijke militaire oefeningen. In 2008 voerden 4000 troepen van alle lidstaten samen operationele, strategische en tactische oefeningen uit in Armenië, en in 2011 werden een reeks militaire oefeningen in Centraal-Azië gehouden met 10.000 troepen en 70 gevechtsvliegtuigen.

De Armeense generaal Joeri Katsjatoerof is sinds 2017 secretaris-generaal van de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie. De organisatie heeft een roterend voorzitterschap; elk jaar wordt de organisatie door een andere lidstaat voorgezeten.

De Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie is een waarnemende organisatie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Geschiedenis

Het Collectieve Veiligheidsverdrag werd gesloten op 15 mei 1992 als vijfjarig defensieverdrag tussen lidstaten van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten: de huidige zes lidstaten, plus Azerbeidzjan, Georgië en Oezbekistan. Bij het het vernieuwen van het verdrag in 1999 trokken Azerbeidzjan, Georgië en Oezbekistan zich terug. In plaats daarvan werd Oezbekistan lid van GUAM, een bondgenootschap van voormalige Sovjetstaten dat bedoeld is om tegengewicht te bieden aan de Russische dominantie in de regio. Azerbeidzjan en Georgië waren al lid van GUAM sinds deze organisatie in 1997 opgezet werd.

Op 7 oktober 2002 tekenden de presidenten van de zes huidige lidstaten een verdrag in Tasjkent waarbij de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie gevestigd werd. Oezbekistan werd lid van het bondgenootschap in 2006 om de banden met Rusland aan te halen, maar trok zich terug in 2012 nadat de relatie met Rusland weer verslechterde.[2]

In mei 2007 zei secretaris-generaal Bordjoescha dat Iran toegelaten zou kunnen worden tot de organisatie als het lidmaatschap zou aanvragen.[3]

In oktober 2007 werd in Doesjanbe een samenwerkingsverdrag getekend tussen de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie en de Shanghai-samenwerkingsorganisatie, een militair bondgenootschap gedomineerd door China. De twee organisaties kwamen overeen om onder meer samen te werken bij de bestrijding van criminaliteit en drugssmokkel. Secretaris-generaal Bordjoescha van de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie zei dat er geen plannen waren om te concurreren met de NAVO.[4]

Op 4 februari 2009 werd een overeenkomst getekend door vijf lidstaten tijdens een top in Moskou om een gezamenlijke militaire eenheid op te zetten die snel kan reageren op bedreigingen, waaronder militaire agressie, terrorisme en drugssmokkel. De zesde lidstaat, Wit-Rusland, sloot zich op 20 oktober ook aan.

Toen in 2010 een opstand uitbrak in Kirgizië, vroeg de Kirgizische president Koermanbek Bakijev de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie om in te grijpen. Secretaris-generaal Bordjoescha weigerde echter omdat hij het conflict als een interne gelegenheid zag. De toenmalige Russische president Dmitri Medvedev zei dat er alleen sprake is van een aanval op de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie als het een aanval van buitenaf is. Op een top in Jerevan konden de leiders van de lidstaten het niet met elkaar eens worden of ze militair zouden ingrijpen of niet. Uiteindelijk werd Bakijev afgezet.[5]

Het verbod van de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie op de vestiging van bases van derde landen in lidstaten van de organisatie zou een belangrijke rol kunnen gaan spelen, aangezien de Amerikanen hebben besloten om hun troepen in Afghanistan in 2014 terug te trekken en een deel daarvan te verplaatsen naar Centraal-Azië.[1]

Zie ook

Zie de categorie Collective Security Treaty Organisation van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.