Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa

De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) is een organisatie die de samenwerking tussen haar zevenenvijftig lidstaten op militair, economisch en humanitair gebied wil bevorderen. Internationaal wordt de organisatie aangeduid als OSCE (Organization for Security and Co-operation in Europe).

OVSE
  

 OVSE-lidstaten

 Partners voor samenwerking

BestuurscentrumWenen, Oostenrijk
Oprichtingjuli 1973 (CVSE)
Secr.-GeneraalThomas Greminger
VoorzitterKarin Kneissl
Websitehttp://www.osce.org/
Een bijeenkomst van de Permanente Raad van de OVSE, Wenen, 2005.

Organisatie

Lidstaten

De lidstaten van de OVSE zijn de Verenigde Staten van Amerika, Canada, de 47 leden van de Raad van Europa, Vaticaanstad, Wit-Rusland, Mongolië en de vijf voormalige Sovjetrepublieken in Centraal-Azië (Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan, Tadzjikistan en Kirgizië).

Locaties

Het hoofdkantoor is gevestigd in Wenen. Er zijn ook kantoren in Kopenhagen, Genève, Den Haag, Praag en Warschau. In de vestiging te Den Haag aan de Prinsessegracht zetelt de High Commissioner on National Minorities van de OVSE. Sinds juli 2017 is dit de Italiaanse diplomaat en voormalig Secretaris-Generaal van de OVSE Lamberto Zannier.

Besluitvorming

De besluitvormende lichamen binnen de organisatie zijn:

  • de OVSE-top;
  • de Ministerraad;
  • de Permanente Raad (vergaderend in Wenen).

In 2003 werd de ministerraad van de OVSE voorgezeten door Nederland en zijn minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer. Zijn voorganger was de Roemeense minister van buitenlandse zaken, Mircea Geoana. In 2004 zat Bulgarije de OVSE voor, in 2005 gevolgd door Slovenië en in 2006 door België .

OVSE-top

De OVSE kent een topontmoeting (OVSE-top) die onregelmatig plaatsvindt. Er zijn er tot dusver acht geweest: Helsinki (1975), Parijs (1990), Helsinki (1992), Boedapest (1994), Lissabon (1996), Istanboel (1999), Maastricht (2003; zie OVSE-top 2003), Brussel (2006). De jaarlijkse ministerieles waren in Kiev (2013), Basel (2014) Hamburg (2016), Wenen (2017) en Milaan (2018).

Activiteiten

  • De OVSE houdt onregelmatig een top. Op 19 november 1999 eindigde de tweedaagse top van de OVSE in Istanboel voor een politieke oplossing voor Tsjetsjenië, waarbij het Handvest voor Europese Veiligheid werd aangenomen. In 2003 vond de OVSE-top in Maastricht plaats, zie OVSE-top 2003.
  • In 2003 was de OVSE actief bij het controleren van de verkiezingen in Georgië. Zij constateerde onregelmatigheden en rapporteerde dit aan de lidstaten.
  • Ook vervulde de OVSE een belangrijke onderhandelingspositie bij de conflicten in Moldavië. Zonder de inbreng van deze organisatie had hier wellicht een gewapend conflict kunnen ontstaan.
  • Namens de OVSE is een hoge commissaris inzake Nationale Minderheden (HCNM) actief. Sinds 2007 is dat de Noor Knut Vollebæk. Zijn voorgangers waren de Zweed Rolf Ekéus en de Nederlander Max van der Stoel.
  • Na het neerschieten van een passagiersvliegtuig (vlucht MH17) boven Oost-Oekraïne op 17 juli 2014, probeert de OVSE de toedracht te achterhalen. Waarnemers worden bij aankomst in het rampgebied bij hun werk belemmerd door pro-Russische separatisten. Dit ondanks diverse toezeggingen door o.a. president Poetin dat de OVSE-waarnemers vrij zouden kunnen opereren.

Critici vinden echter dat de OVSE zich te veel richt op conflicten in Oost-Europa en de voormalige Sovjetrepublieken. Zij menen dat de OVSE ook op plaatsen als Noord-Ierland, Baskenland en Corsica goed werk zou kunnen verrichten.

Geschiedenis

De OVSE werd opgericht in 1973 als Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa CVSE. Sinds 1950 waren er al gesprekken gevoerd over een Europese veiligheidsorganisatie, maar de Koude Oorlog heeft destijds de voortgang daarvan verhinderd, totdat gesprekken in Helsinki begonnen in november 1972. De aanbevelingen van deze gesprekken, "The Blue Book", vormden de grondvesten voor een conferentie met drie fasen in Helsinki.

De CVSE begon in Helsinki op 3 juli 1973, waarbij 35 landen vertegenwoordigers zonden. De eerste fase duurde vijf dagen, waarin besloten werd "The Blue Book" te volgen.

De tweede fase was de belangrijkste uitwerkingsfase en werd gehouden in Genève vanaf 18 september 1973 tot 21 juli 1975. Het resultaat hiervan waren de Helsinki-akkoorden, die door de 35 deelnemende landen werden ondertekend gedurende de derde fase, die plaatsvond van 30 juli tot 1 augustus 1975, eveneens in Helsinki.

Vervolgbijeenkomsten met als doel om de relaties te verbeteren en de akkoorden te implementeren werden gehouden in Belgrado (4 oktober tot 8 maart 1978), Madrid (11 november 1980 tot 9 september 1983) en Wenen (4 november 1986 tot 19 januari 1989).

De instorting van het communisme vereiste een andere rol voor het CVSE. Het Charter van Parijs voor een Nieuw Europa, dat werd ondertekend op 21 november 1990, markeerde de start van deze veranderingen. Op 1 januari 1995 werd de CVSE hernoemd naar OVSE.

Verschillen met andere instituten

Raad van Europa

Qua takenpakket lijkt de OVSE enigszins op de Raad van Europa. De nadruk ligt bij de Raad van Europa echter meer op juridische zaken, waar de OVSE zich meer toespitst op bestuurlijke en militaire zaken, en op zaken aangaande cultuur en samenleving. Een ander belangrijk verschil is de samenstelling van de leden. De OVSE heeft een lidmaatschap van 57 staten uit zowel Europa als Centraal-Azië en Noord-Amerika. De Raad van Europa heeft daarentegen alleen 47 Europese lidstaten.

De overeenkomst tussen de OVSE en de NAVO is de aandacht voor militaire zaken, veiligheid en conflictbeheersing. De OVSE opereert echter vanuit een breder takenpakket. Anders dan de OVSE is de NAVO een politiek en militair bondgenootschap van bevriende landen waarin geldt dat een aanval op een lid geldt als een aanval op alle leden. Een ander verschil is wederom het aantal leden: de NAVO telt slechts 28 lidstaten.

Zie ook

Zie de categorie Organization for Security and Co-operation in Europe van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.