Burgerlijk Wetboek (België)

Het Burgerlijk Wetboek is de belangrijkste regeling m.b.t. het Belgisch privaatrecht en bevat heel wat rechtstakken zoals het personen- en familierecht, goederenrecht en verbintenissenrecht. Omdat het wetboek op heel wat materies tekortschiet wordt het nog steeds aangevuld met nieuwe, bijzondere, wetten die primeren op het algemene burgerlijk recht. Daarom wordt het burgerlijk recht ook wel gemeen recht genoemd.

Burgerlijk Wetboek
Code civil
Bürgerliches Gesetzbuch
CiteertitelBurgerlijk Wetboek
Code civil
Bürgerliches Gesetzbuch
TitelBurgerlijk Wetboek
Soort regelingwet
Toepassingsgebied België
RechtsgebiedBurgerlijk recht
StatusIn werking
Goedkeuring en inwerkingtreding
Gepubliceerd op21 maart 1804
Geschiedenis
Opgevolgd doorNieuw Burgerlijk Wetboek (in voorbereiding)
Portaal    Mens & maatschappij

Het Burgerlijk Wetboek wordt afgekort als BW.

Een nieuwe codificatie van het burgerlijk recht staat in de steigers en is reeds gedeeltelijk uitgevaardigd. Op 1 december 2020 treedt het bewijsrecht van het nieuw Burgerlijk Wetboek in voege en krijgt de napoleontische codificatie de benaming 'oud Burgerlijk Wetboek'.[1]

Ontstaan

Napoleon Bonaparte streefde een eenduidig Frans recht na, en vaardigde hiertoe op 21 maart 1804 zijn Code Napoleon uit, opgemaakt door een commissie van vier onder leiding van Jean-Jacques Régis de Cambacérès en Jean-Étienne-Marie Portalis. De indeling van het burgerlijk wetboek gaat terug op de indeling van de instituten van Justinianus (Latijn: Institutiones Justiniani). Napoleon had deze Romeinsrechtelijke teksten gelezen en hij heeft zich hierop geïnspireerd.

Dit burgerlijk wetboek was uiteraard ook van toepassing in de geannexeerde gebieden zoals België en (vanaf 1811) Nederland. Het bleef gelden in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en later ook in Nederland tot 1838. Maar in België en Luxemburg blijft het tot op heden in voege, niettegenstaande enkele pogingen om ook in België een eigen wetboek op te stellen.

Burgerlijk Wetboek van 21 maart 1804

Het huidige Belgische Burgerlijk Wetboek bestaat uit drie boeken:

Boek I - Personen

Dit boek handelt over de burgerlijke rechten, de burgerlijke stand, woonplaats, afwezigheid, huwelijk, echtscheiding, scheiding van tafel en bed, afstamming, adoptie, ouderlijk gezag, minderjarigheid, meerderjarigheid, bewindvoering, voogdij, pleegvoogdij.[2].

Boek II - Goederen en verschillende beperkingen van eigendom

Dit boek definieert het belangrijke onderscheid tussen onroerende en roerende goederen. Het omschrijft ook de zogenaamde zakelijke rechten als eigendom, vruchtgebruik en erfdienstbaarheden[3] .

De erfpacht en het recht van opstal worden nog geregeld door twee wetten van 10 januari 1824, uit de tijd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, die nog altijd onveranderd geldig zijn. Deze zullen opgeheven worden bij de invoering van boek 3 (Goederen) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek.

Boek III - Op welke wijze eigendom verkregen wordt

Dit boek gaat over erfenissen en testamenten[4], over contracten en verbintenissen in het algemeen, daaronder ook de plicht tot vergoeding van schade bij een fout (onrechtmatige daad), daaronder ook de huwelijksvermogensstelsels[5] , over bijzondere overeenkomsten, zoals koop, ruil, huur, aanneming, lening, bewaargeving, sekwester, lijfrente, lastgeving[6] en over concrete overeenkomsten, zoals borg, dading of transactie, pand, en verder over de regels van de verjaring[7].

Er zijn verder nog enkele afzonderlijk genummerde titels betreffende de:

Burgerlijk Wetboek van 21 april 2019

De wet van 21 april 2019 voorziet een nieuw Burgerlijk Wetboek, dat stapsgewijs zal worden ingevoerd. Boek 8 (Bewijs) wordt als eerste ingevoerd, en treedt in werking op 1 november 2020.

Zodra het wetboek volledig is zal het uit negen boeken bestaan, namelijk:

  1. Algemene bepalingen
  2. Personen, familie en relatievermogensrecht
  3. Goederen
  4. Nalatenschappen, schenkingen en testamenten
  5. Verbintenissen
  6. Bijzondere overeenkomsten
  7. Zekerheden
  8. Bewijs
  9. Verjaring

Nationaal recht

Rechtsbronnen:Belgische Grondwet · verdrag · bijzondere wet · wet, decreet, ordonnantie · rechtspraak · rechtsleer · gewoonterecht · algemene rechtsbeginselen · billijkheid
Publiekrecht:staatsrecht · strafrecht · gerechtelijk recht · bestuursrecht · fiscaal recht · sociale zekerheidsrecht
Privaatrecht:burgerlijk recht · arbeidsrecht · economisch recht · insolventierecht · vennootschapsrecht
Rechtbanken:Hof van Cassatie · Grondwettelijk Hof · Raad van State
hof van beroep (5) (Marktenhof) · arbeidshof (5) · arbeidsrechtbank (9) · ondernemingsrechtbank (9) · hof van assisen (11) · arrondissementsrechtbank (12) · rechtbank van eerste aanleg (12) (burgerlijke rechtbank, correctionele rechtbank, strafuitvoeringsrechtbank, raadkamer, onderzoeksrechter, beslagrechter, familierechtbank, jeugdrechtbank) · politierechtbank (15) · vredegerecht (187)
Brussels International Business Court
Territoriale indeling:gerechtelijk gebied · gerechtelijk arrondissement · gerechtelijk kanton
Juridische actoren:advocaat · assessor · benadeelde persoon · burgerlijke partij · gerechtsdeurwaarder · griffier · Ministerie van Justitie · notaris · Openbaar Ministerie (ook parket) · pleitbezorger · rechter · referendaris · stafhouder

Primair recht:VEU · VWEU · Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Secundair recht:verordeningen · richtlijnen · besluiten · aanbevelingen · adviezen
Rechtbanken:Gerecht · Hof van Justitie van de Europese Unie · Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie
Verdragen:Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
Rechtbanken:Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Rechtsbronnen:verdrag · rechtspraak · rechtsleer · gewoonterecht · algemene rechtsbeginselen
Rechtstakken:internationaal publiekrecht · internationaal privaatrecht
Rechtbanken:Benelux-Gerechtshof · Internationaal Gerechtshof · Internationaal Strafhof
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.