Corpus Iuris Civilis

Het Corpus Iuris Civilis is een verzameling van wetten en rechtskundige uitspraken betreffende burgerlijk recht, samengesteld in opdracht van de Byzantijnse keizer Justinianus I tussen 529 en 534,[1] en gold in die tijd als het Burgerlijk Wetboek. Romeins strafrecht is grotendeels "privaat recht"; het strafrecht is opgenomen in de boeken 47 en 48 van de Digesten, die een onderdeel vormen van het Corpus Iuris Civilis.[2][3]

Justinianus I afgebeeld op een mozaïek in de kerk van Basiliek van San Vitale in Ravenna, Italië
Corpus Iuris Civilis, 1607

Het Corpus Iuris Civilis bracht veel bronnen samen die tot dan toe de wetten (leges) vormden, zoals besluiten van de senaat (senatus consulta) en keizerlijke decreten, maar ook rechtszaken en de meningen en interpretaties van juristen (responsa prudentium).

Het Corpus Iuris Civilis zou een grote rol gaan spelen in met name de Westerse rechtsgeschiedenis. De bestudering van het Corpus Iuris Civilis doorheen de Middeleeuwen, alsook de rationeel geordende structuur van het Corpus, zijn een belangrijke bron geweest voor het continentaal Europese recht. Ook het huidige Nederlandse burgerlijk recht grijpt qua inhoud nog steeds terug op het Romeins recht zoals te vinden in het Corpus Iuris Civilis. De betiteling Corpus Iuris Civilis stamt overigens pas uit de zestiende eeuw.

Tribonianus, quaestor sacri palatii (minister van justitie) onder keizer Justinianus, leidde het redactiewerk, hij was voorzitter van de commissie van compilatoren (compilare=plunderen, roven, plagiëren). Het Corpus Iuris Civilis werd uitgegeven in drie delen: Codex Justinianus, Digesten en Instituten.

Eerdere schriftelijk vastgelegde verzamelingen van Romeins recht waren de Twaalftafelenwet uit de vijfde eeuw voor Christus, en de Codex Theodosianus, gemaakt in opdracht van keizer Theodosius II.

Codex Justinianus (529)

Het woord codex betekende destijds simpelweg boek, en een codex kon dus ook niet-juridische inhoud bevatten. Vooral door de Codex Justinianus kreeg het woord ‘codex’ sindsdien echter vooral de betekenis van wetboek.

De Codex Justinianus bestaat uit een aantal keizerlijke verordeningen (constitutiones), die voornamelijk golden ten tijde van Hadrianus. Deze werden verkregen uit de Codex Theodosianus en enkele verordeningen die waren beschreven in particuliere werken, zoals de Codex Gregorianus en de Codex Hermogenianus.

De Codex, het eerste deel van het Corpus Iuris Civilis, kwam gereed op 7 april 529.

Digesten of Pandectae (533)

In 530 begon een commissie aan het samenstellen van de Digesten of Pandekten. Deze commissie begon met het op schrift stellen en ordenen van de juristengeschriften, iets wat honderd jaar eerder ten tijde van Theodosius II ook al geprobeerd was. Ze zijn uiteindelijk uitgegeven in 533 en bevatten het werk van Romeinse juristen, en enkele andere bronnen (edicten).

Institutiones (533)

De Instituten of Elementen bestaan uit vier leerboeken, waarin de grondbeginselen van het Romeins recht overzichtelijk uiteengezet werden. De Instituten van Justinianus zijn gebaseerd op de Instituten van de jurist Gaius uit de tweede eeuw. Op 30 december 533 werd dit leerboek ook wetboek en verkregen de Instituten samen met de Digesten de kracht van wet. Ze dien(d)en vooral als leerboek voor studenten rechtsgeleerdheid.

Codex repetitae praelectionis (534)

De Codex werd in herziene versie opgesteld, omdat na de uitvaardiging van de Digesten en de Instituten de Codex van 529 verouderd bleek te zijn. Formeel was de herziening echter niet nodig. De Digesten namelijk waren als één keizerlijke constitutie uitgevaardigd. Krachtens de regel lex posterior derogat legi priori (de latere wet zet de eerdere wet opzij) golden de Digesten boven eventueel verouderde constituties die in de Codex waren opgenomen. Het is mogelijk dat Tribonianus de Codex slechts aanpaste zodat deze onder zijn leiding zou zijn uitgevaardigd. In de eerste samenstellingscommissie was hij namelijk slechts een onopvallend lid geweest.

Novellae Constitutiones (534)

De Novellen zijn later toegevoegd, maar vormen officieel geen onderdeel van het Corpus Iuris Civilis.

Nederlandse vertaling

Het Corpus Iuris Civilis is in vele talen vertaald. Inmiddels is er ook een uitgave met een Nederlandse vertaling verschenen in een kolommeneditie. Deze uitgave geeft de originele tekst naast de Nederlandse vertaling. De twaalfdelige reeks is in november 2011 voltooid. De uitgave geschiedt onder verantwoordelijkheid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en wordt gepubliceerd door Amsterdam University Press.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.