Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (afgekort: EHRM, Frans: Cour européenne des droits de l'homme, Engels: European Court of Human Rights) is een Europees gerechtshof waar individuen, groepen, organisaties en landen een klacht kunnen indienen tegen elk van de 47 lidstaten van de Raad van Europa. Het betreft klachten over schending van het Europees Verdrag voor de rechten van de mensen en de fundamentele vrijheden (EVRM). Het hof is gevestigd in Straatsburg.

Europees Hof voor de
Rechten van de Mens
European Court of Human Rights
Cour Européenne des Droits de l'Homme
Typeinternationaal hof
JurisdictieLidstaten van de Raad van Europa
Zittingsplaats(en)Straatsburg
Geschiedenis
Opgericht1959 (oorspronkelijk)
1998 (permanent)
Samenstelling
Samenstelling47 rechters, 1 uit elke lidstaat
PresidentGuido Raimondi
Website
echr.coe.int

Geschiedenis

Het hof werd opgericht op 21 januari 1959 op grond van artikel 19 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), wanneer haar eerste leden werden gekozen door de Consultatieve Vergadering van de Raad van Europa. De rechtsmacht van het hof is erkend door alle 47 lidstaten van de Raad van Europa. In 1998 werd het hof een permanente instelling en de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens, die uitspraak deed over de ontvankelijkheid van aanvragen, werd afgeschaft door protocol 11.

Juridische basis

De uitspraken van het hof zijn bindend en definitief: noch de klagende partij noch de aangeklaagde partij kan in beroep gaan, behalve bij de Grote Kamer van het hof zelf. Indien verder een lidstaat in het ongelijk wordt gesteld, is die lidstaat verplicht er alles aan te doen om te voorkomen dat de geconstateerde schending in de toekomst nog eens voorkomt.

Zelfs "bindend" blijkt echter geen afgebakend juridisch begrip. Het Duitse Grondwettelijke Hof te Karlsruhe vonniste op 19 oktober 2004 dat Duitse rechters de uitspraken van het Europees Hof niet mogen negeren. De Duitse grondwet gaat echter boven het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens baseert zijn uitspraken op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof bestaat uit 47 rechters, één namens elke lidstaat van de Raad van Europa.

President anno 2015 is de Italiaan Guido Raimondi.

Werkwijze EHRM

Ieder individu, organisatie of lidstaat mag een lidstaat aanklagen bij het EHRM. Voordat het EHRM een zaak in behandeling neemt, wordt eerst getoetst of de klacht voldoet aan de eisen:

  1. De indiener moet zelf het slachtoffer zijn van een schending van het EVRM.
  2. De klacht mag niet gericht zijn tegen een andere burger of een particuliere organisatie, maar moet gericht zijn tegen een publieke instantie of een overheid.
  3. Een klacht mag pas ingediend worden als er in het land waar de schending heeft plaatsgevonden geen rechtsmiddel meer ter beschikking is. Voor Nederlanders betekent dit dat de Hoge Raad, Raad van State, College van Beroep voor het bedrijfsleven of Centrale Raad van Beroep uitspraak heeft gedaan in het nadeel van de klager. Voor Belgen moet eerst het Hof van Cassatie een uitspraak gedaan hebben.
  4. De klacht moest eerder binnen zes maanden na de definitieve (nadelige) beslissing in het eigen land worden ingediend. Later is dit door protocol 15 veranderd naar vier maanden.
  5. De klacht mag niet anoniem zijn.
  6. De klacht is niet kennelijk ongegrond. Er wordt dus al (marginaal) beoordeeld of de klacht ongegrond is of niet.

Als aan deze voorwaarden voldaan is, neemt het hof de klacht in behandeling. Als de klacht gegrond lijkt, wordt door het hof in eerste instantie naar een schikking gezocht. Indien dit niet lukt, kan het hof de aangeklaagde lidstaat verplichten tot het betalen van een schadeloosstelling. Het hof kan geen sancties opleggen aan de lidstaten van de Raad van Europa, dat kan alleen de Raad van Ministers.

Vroeger was er een Europese Commissie voor de Rechten van de Mens die een vooronderzoek deed in een nieuwe zaak alvorens het eventueel naar het hof werd gestuurd.

Kritiek van en op het hof

  • Hoewel het EHRM bedoeld is voor, onder andere, burgers om te klagen over hun overheden, gebeurt ook het omgekeerde weleens. Zo klaagde in 2004 een vers benoemde Nederlandse rechter van het hof in diverse media over het gemak waarmee burgers het hof zouden bedelven onder "futiliteiten". Het hof heeft namelijk een grote achterstand opgelopen in het behandelen van klachten.[1]
  • Burgers, wetenschappers en kritische juristen klagen erover dat het hof alleen binnen zekere marges recht spreekt. Fundamentele kritiek op de mensenrechtensituatie van aangesloten landen zou zo niet aan de orde komen. Het hof zou regeringen niet te veel tegen zich in het harnas willen jagen en is zelf onderdeel, zo niet de top van de juridische stand in Europa. Daardoor zouden advocaten die willen scoren, de fundamentele kritiek reduceren tot marginale kwesties waarmee ze kunnen winnen. Mensen die deze kritiek delen, betogen een grote vorm van 'margin of appreciation'. Dit begrip houdt in, in welke mate de Lidstaten de regels van het EVRM soeverein mogen interpreteren.

Versnelling van de procedures

Op de ministersconferentie van de Raad van Europa in Interlaken op 18 en 19 februari 2010 heeft Rusland als laatste land het 14e Protocol ondertekend.[2] Dit betekent dat met ingang van 1 juni 2010 de klachtprocedure voor het EHRM belangrijk kan worden versneld, onder andere doordat ingediende klachten "niet-ontvankelijk" kunnen worden verklaard door één rechter, met de bijstand van rapporteurs.[3] Van alle bij dit hof ingediende klachten is 94 procent niet ontvankelijk.

Onderscheidingen

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.