Belgische koloniën

België verwierf in zijn geschiedenis twee grote kolonies, namelijk Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi. Kleinere kolonisatieprojecten van België waren de Belgische kolonie in Santo Tomás, de Belgische kolonie aan de Rio Nuñez en de Belgische concessie in Tianjin.

Locatiekaart met de Belgische koloniën rond 1925: Belgisch-Congo, Ruanda-Urundi en de concessie in Tien-Tsin (China).
Geschiedenis van België

Tijdlijn · Bibliografie


..Naar onderwerp
..Naar provincie
..Naar voormalige koloniën

Portaal   België
Portaal   Geschiedenis

Vóór de onafhankelijkheid

België was een van de weinige landen in West-Europa zonder koloniën in 1800. Reden hiervoor was dat België in de tijd van de vroege kolonisatie geen onafhankelijk land was, maar een deel van Eerste Franse Keizerrijk en daarna van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en voordien geregeerd werd door Oostenrijkse en Spaanse vorsten. Toch waren er al voor de onafhankelijkheid van het land kolonisatiebewegingen actief. Ook hadden de Belgen diverse rollen in de Nederlandse kolonies.

In de middeleeuwen lieten verschillende heersers onontgonnen streken in cultuur brengen door kolonisten. Zo streken er in de 12e eeuw Vlamingen en Walen neer in Transsylvanië. In 1451 trokken Vlamingen in dienst van Portugal naar de Azoren (de Vlaamse eilanden) en de Canarische Eilanden (Vlaamse Canarische Natie).[1] Hun sporen zijn terug te vinden bij de huizen en straten met Vlaamse namen.

Ook voor de oprichting van Nieuw-Nederland waren veel mensen uit de Zuidelijke Nederlanden betrokken, die bij de migratiestroom in de Nederlanden naar het noorden waren verhuisd. Pierre Minuit, die in 1626 Manhattan kocht, was een Waals Gereformeerde wiens ouders van Doornik naar Wesel waren verhuisd. In de 18e eeuw werden Oostenrijkse koloniën opgericht door de Oostendse Compagnie. Vanuit handelsposten in India en China werd een zeer succesvolle handel werd opgezet, vooral in thee, maar ook in slaven. De activiteiten van de Compagnie werden definitief opgedoekt in 1778.

Koloniale geschiedenis van de Belgische Staat

Leopold I: eerste kolonisatiepogingen

Toen België in 1830 uiteindelijk een onafhankelijk land werd, steeg meteen de vraag naar koloniën. De Belgische industrie was zich ten volle aan het ontwikkelen en had nood aan nieuwe afzetmarkten en nieuwe grondstoffen. Ook was er in het land een te grote groep werklozen, kansarmen en avonturiers, die eventueel een opstand zouden kunnen beginnen. Gedurende de jaren 1830 en 1840 stelden Belgische militairen en kapitaalkrachtigen plannen voor aan koning Leopold I voor de uitbouw van kolonies in Abessinië, West-Afrika, Nicaragua, Guatemala, Brazilië, Argentinië, de Filipijnen, Mexico, Nieuw-Zeeland, Hawaï, Kreta of Cyprus. Hoe ambitieus de projecten van mannen als Abraham Cohen, Charles de Thierry en graaf de Hompesch wel waren, ze draaiden allemaal uit op een fiasco.

De koloniale verkenning door Eduard Blondeel Van Cuelebroeck in Abessinië in 1840-42 leverde weliswaar enkele overeenkomsten met lokale machthebbers op, maar kreeg geen verdere uitvoering. Leopold I sloot in 1843 een contract met het bedrijf Ladd & Co. tot het koloniseren van het koninkrijk Hawaï.[2] Bijna had België hiermee een eerste kolonie te pakken, maar voor men concreet aan de slag kon, viel de deal al in het water omdat Ladd & Co. in financiële problemen verzeild raakte. Ook in Santo Tomas de Castilla, een kustgebied in Guatemala, was het niet veel soeps. In 1843 en 1844 werden honderden Belgen (vooral uit lagere sociale milieus) met boten naar deze kolonie gebracht, die werd gepromoot als een exotisch ‘beloofde land’, Verapaz. Door de weinig realistische aanpak en de hebzucht en grootheidswaanzin van de leiding draaide ook dit project uit op een sisser. In de eerste jaren stierf al een groot aantal kolonisten aan tropische ziektes en de financiële middelen bleken al na een paar jaar ontoereikend.

Idem dito in Mexico, waar Belgische kolonisten in een gebied in de deelstaat Chihuahua, dat was omgedoopt tot Nueva Belgica, de vlasteelt wilden invoeren. Door een gebrek aan vruchtbare grond faalde ook deze poging. De vele West-Vlamingen die zich van 1842 tot 1875 in Santa Catarina (Brazilië) vestigden, hielden het ook daar niet lang vol. De Belgische nederzettingen in Noord-Argentinië (waaronder Villaguay), waar men wél met succes aan landbouw kon doen en het vele geld dat men daaruit verdiende investeerde in onderwijs en kerkelijk leven, konden geen staatkundige kolonie van België worden.

Ten tijde van het koloniseren van de Belgische kolonie aan de Rio Nuñez waren er Belgen betrokken bij het Incident aan de Rio Nuñez, nabij Boké, in 1849.

Kleinere gebiedsdelen van de Belgische Staat

Onafhankelijke Congostaat en Belgisch-Congo

Belgisch-Congo.
De mijnen van Katanga.

De tweede koning der Belgen, Leopold II, achtte het zeer belangrijk om België een koloniaal imperium te geven. Dat zou het land veel meer aanzien geven in het buitenland. Tevergeefs trachtte hij om zo’n vijftig gebieden afhandig te maken en bij zijn koninkrijk te voegen, waaronder Kreta, Cuba, Noord-Borneo, de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Fiji. Ook vatte Leopold plannen op om Nederland binnen te vallen en zo dat hele land, inclusief kolonies, te annexeren. Van dit weinig realistische plan kwam echter niets in huis.

Ten slotte richtte hij zich op Afrika, zoals Duitsland (ook een late kolonisator) ook deed. Vrijwel heel Afrika was toen al verdeeld tussen de Europese landen, maar er was nog een gigantisch gebied over in Midden-Afrika. Leopold stuurde Henry Morton Stanley eropuit om dat gebied in te lijven, en slaagde er uiteindelijk in om de Congo-Vrijstaat in handen te krijgen. Van 1885 tot 1908 was dit hele gebied privé-eigendom van koning Leopold II en zijn bewind ging gepaard met grootschalige wreedheden op de plaatselijke bevolking in Congo-Vrijstaat. In 1908 werd de Vrijstaat overgedragen aan de Belgische staat en werd Belgisch-Congo.

De koning zette de expansie van zijn privékolonie nog verder door ook de Lado-enclave (met de belangrijke havenstad Rejaf) aan te hechten, om zo Congo te ontsluiten via de Nijl. Ook wist hij de sultans van Rafai, Zémio en Bangassou te overhalen om hun gebied als protectoraten over te dragen aan de Congo-Vrijstaat. In ruil kregen deze inlandse stamhoofden Belgische vuurwapens toegestopt.

Met zijn vele mijnen was de kolonie winstgevend, waardoor België het op een na rijkste land ter wereld werd, na het Verenigd Koninkrijk. Leopold kreeg echter kritiek over de onmenselijke wijze waarop de Congolezen werden behandeld.

Ruanda-Urundi

Kolonel Molitor schouwt zijn troepen in Kigali
Belgische vlag in Tabora en intrede van troepen (1919)

In april 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog, waren er drie brigades van de Force Publique van Belgisch-Congo Duits-Oost-Afrika binnengedrongen.[3] De drie brigades stonden onder leiding van generaal Charles Tombeur.

De noordelijke brigade onder leiding van kolonel Philippe Molitor vertrok vanuit het noorden van het Kivumeer en veroverde Ruanda. Op 9 mei veroveren ze Kigali en na een lange, moeilijke tocht en zware gevechten in de buurt van Nyansa, ten zuiden van Kigali, geeft koning Musinga van Rwanda zich over aan kolonel Molitor. De zuidelijke brigade onder leiding van Luitenant-kolonel Olsen vertrok tussen het Kivumeer en het Tanganyikameer en veroverde Urundi. De troepen van Olsen rukken op naar Usumbura (ex-Bujumbura) en veroveren de stad op 6 juni. De derde brigade onder leiding van luitenant-kolonel Moulaert was actief op het Tanganyika-front (nu Tanzania) waar het moest vechten tegen de troepen van Generaal Paul von Lettow-Vorbeck. Op 28 juli valt Kigoma, de grootste Duitse basis aan het Tanganyikameer en het eindstation van de spoorlijn die via Tabora naar Dar es Salaam loopt.

Daarna volgt de slag om Tabora. De strijd wordt beslist op 19 september. Kapitein Pieren leidt de spits van de gevechtscolonne en bereikt als eerste Tabora. Hij ontdekt er 129 gevangen FP-soldaten. Onder hen twee blanken. Een van hen is erin geslaagd een Belgische vlag verborgen te houden. Die wordt gehesen in plaats van de witte vlag die de Duitsers aan hun hoofdkwartier hadden opgehangen als teken van overgave. De Belgische vlag zal vijf maanden boven Tabora wapperen, tot de stad op 25 februari 1917 wordt overgedragen aan de Britten.

Na de Eerste Wereldoorlog, bij het Verdrag van Versailles, werden de Duitse koloniën in Afrika in verschillende delen verdeeld over verscheidene landen. België hoopte na de Afrikaanse militaire successen op een fikse gebiedsuitbreiding (het had ook al de Oostkantons gekregen), maar moest zich tevreden stellen met Ruanda-Urundi, ten oosten van Belgisch-Congo. In 1924 kreeg België definitief een mandaat over dit gebied van de Volkenbond dat bestuurd werd vanuit Belgisch-Congo. De Belgen waren veel actiever in het gebied dan de Duitsers, en wisten grote winsten uit het gebied te putten, vooral uit de koffieplantages in de gebieden met een rijke vulkanische bodem. Dit ging ook vaak weer ten koste van de lokale bevolking, die o.a. verplicht werd om zware belastingen te betalen.

De weg naar onafhankelijkheid

In de jaren 50 van de 20e eeuw ontstond een sterke onafhankelijkheidsbeweging in Belgisch-Congo, waardoor de Belgen hun greep op het gebied begonnen te verliezen. In 1960 werd Congo dan ook onafhankelijk en ook in Ruanda-Urundi werden snelle voorbereidingen gemaakt in die richting, waarna het gebied op 1 juli 1962 werd opgedeeld in twee onafhankelijke staten, Rwanda en Burundi.

Literatuur

  • Alphonse de Haulleville, Les Aptitudes colonisatrices des Belges et la question coloniale en Belgique, 1898
  • Jacques Robert Leconte, Les Tentatives d'expansion coloniale sous le règne de Léopold Ier, 1946
  • René Charles Alltmont, Belgian overseas expansion during the nineteenth century, PhD Thesis, University of Delaware, 1969
  • Robert Raymond Ansiaux, Early Belgian colonial efforts. The long and fateful shadow of Leopold I, PhD Thesis, The University of Texas, 2006
  • Patricia Van Schuylenbergh, Catherine Lanneau en Pierre-Luc Plasman (eds.), L'Afrique belge aux XIXe et XXe siècles. Nouvelles recherches et perspectives en histoire coloniale, 2014, ISBN 9782875741110
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.