Portugese koloniën

Portugal was samen met Spanje een van de vroege kolonisators en droeg in belangrijke mate bij aan de Europese praktijk van kolonisatie. Met het Verdrag van Tordesillas richtte Portugal zich op Brazilië, Afrika en Azië, terwijl Spanje zich bezighield met de overige delen van Zuid-Amerika en de Filipijnen.

Kaart met de gebieden die Portugees waren (1410-1999).

Portugese koloniën

Amerika

Afrika

Situatie in de koloniale oorlog tussen Portugal en de Afrikaanse onafhankelijkheidsbewegingen van het einde van 1970

Azië

  • Ceylon (nu Sri Lanka)
  • Hormuz
  • Macau (1557-20 december 1999)[1]
  • Malakka
  • Enkele eilanden van de Molukken:
  • Muscat
  • Oost-Timor (tot 1975)
  • Enkele gebieden in India:
    • Goa (1510-18 december 1961) (belangrijkste Portugese territorium in India, vaak werden alle bezittingen op het subcontinent gezamenlijk met deze naam aangeduid)
    • Damão/Daman (1559-18 december 1961)
    • Diu (1535-18 december 1961)
    • Dadra (1779-1954)
    • Nagar Haveli (1779-1954)
    • Baçaim/Bassein (1535-1739)
    • Cannanore (1502-1663)
    • Cochin, nu Kochi (1500–1663)
    • Cranganore (1536-1662)
    • Quilon, nu Kollam (1502-1661)
    • São Tomé de Meliapore, tegenwoordig Mylapore, nu in het zuidelijke deel van de huidige stad Chennai (Madras) aan de oostkust van Zuid-India; rond 1522 ontstaat hier een centrum van katholieke Portugese missionarissen, en andere Portugezen)
  • Socotra
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Portugese koloniën op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.