stijgen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stij·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘omhooggaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stijgen
steeg
gestegen
klasse 1 volledig

Werkwoord

stijgen

  1. ergatief naar boven gaan, toenemen
    • De heteluchtballon steeg langzaam. 
    • De koersen zullen niet stijgen, eerder dalen. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.