ontstijgen
Nederlands
Woordafbreking
- ontĀ·stijĀ·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontstijgen |
ontsteeg |
ontstegen |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
ontstijgen
- overgankelijk iets overtreffen, meer of beter worden dan iets
- De band weet niet de middelmaat te ontstijgen.
- overgankelijk voorbij de grenzen van iets gaan
- De kosten ontstegen ons budget.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ontstijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontstijgen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.