zweven
Nederlands
Woordafbreking
- zwe·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘drijven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zweven |
zweefde |
gezweefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zweven
- in evenwicht zijn
- Hij zweefde boven de afgrond.
- zichzelf drijvend voortbewegen
- Een eigenschap van de adelaar is dat hij op zijn vleugels zweeft.
- heen en weer laten gaan
- De koersen waren weer lekker aan het zweven vandaag...
Hyponiemen
- aanzweven, afzweven, nederzweven, omzweven, ontzweven, rondzweven, verzweven
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zweven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zweven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.