zweven

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwe·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘drijven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zweven
zweefde
gezweefd
zwak -d volledig

Werkwoord

zweven

  1. in evenwicht zijn
    • Hij zweefde boven de afgrond. 
  1. zichzelf drijvend voortbewegen
    • Een eigenschap van de adelaar is dat hij op zijn vleugels zweeft. 
  1. heen en weer laten gaan
    • De koersen waren weer lekker aan het zweven vandaag... 
Hyponiemen
  • aanzweven, afzweven, nederzweven, omzweven, ontzweven, rondzweven, verzweven
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

zweven mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zweef

Gangbaarheid

  • Het woord zweven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.