steeg
Nederlands
Woordafbreking
- steeg
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘straatje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1210 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steeg | stegen |
verkleinwoord | steegje | steegjes |
Zelfstandig naamwoord
steeg v/m
- zeer smal straatje
Vertalingen
1. zeer smal straatje
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stijgen |
steeg
- enkelvoud verleden tijd van stijgen
- Ik steeg.
- Jij steeg.
- Hij, zij, het steeg.
- Ik steeg.
- Het vliegtuig steeg op van de startbaan.
Gangbaarheid
- Het woord steeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'steeg' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.