opgaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·gaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opgaan
ging op
opgegaan
klasse 7 volledig

Werkwoord

opgaan

  1. ergatief oprijzen, omhooggaan
    • De zon gaat morgen om zes uur op. 
  1. ergatief een succes zijn, juist blijken
    • Nee, die redenering gaat niet op. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] in vlammen opgaan
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.