legering

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • le·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘vermenging van metalen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
  • Naamwoord van handeling van legeren met het achtervoegsel -ing (Ontleend aan het Duitse Legierung (metaalmengsel))
enkelvoud meervoud
naamwoord legering legeringen
verkleinwoord legerinkje legerinkjes

Zelfstandig naamwoord

legéring v

  1. (metallurgie) materiaal met metaalachtige eigenschappen dat bestaat uit een vaste oplossing of verbinding van twee of meer elementen; waarvan met op enkele uitzonderingen na, de bestanddelen gewoonlijk metalen zijn
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • legeringsbalk, legeringsbestanddeel
Verwante begrippen
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van legeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord legering legeringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

légering v

  1. (militair) de tijdelijke huisvesting van een leger in een kampement e.d.

Gangbaarheid

  • Het woord legering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / leˈgeˀɐ̯eŋ /
Woordafbreking
  • le·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Latijnse werkwoorden ligare en legare met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie 33608
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   legering     legeringen     legeringer     legeringerne  
genitief   legerings     legeringens     legeringers     legeringernes  

Zelfstandig naamwoord

legering, g

  1. (metallurgie) legering (mengsel)
  2. (kookkunst) verdikking
Hyperoniemen
Hyponiemen


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ləˈgeːɾɪŋ /
Woordafbreking
  • le·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Latijnse werkwoorden ligare en legare met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie 27772
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   legering     m: legeringen
v: legeringa  
  legeringer     legeringene  
genitief   legerings     m: legeringens
v: legeringas  
  legeringers     legeringenes  

Zelfstandig naamwoord

legering, m / v

  1. (metallurgie) (het) legeren (activiteit)
  2. (metallurgie) legering (mengsel)
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ləˈgeːɾɪŋ /
Woordafbreking
  • le·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latinse werkwoord legare met het achtervoegsel -ing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   legering     legeringa     legeringar     legeringane  

Zelfstandig naamwoord

legering, v

  1. (metallurgie) (het) legeren (activiteit)
  2. (metallurgie) legering (mengsel)
  3. (figuurlijk) iets dat samengesmolten is en dat sterker is dan de afzonderlijke delen, bijv. de samenwerking van mens en machine
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.