witgoud
Nederlands
Woordafbreking
- wit·goud
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit bn en goud zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witgoud | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
witgoud o [1]
- een legering van goud en palladium
- De ring die ze meer dan twintig jaar geleden kreeg was van witgoud, met een diamant. „Hij is prachtig. Ik was er heel zuinig op, poetste hem regelmatig. Piet was altijd blij dat ik er zo blij mee was.”[2]
- Afrojack vierde op 9 september zijn dertigsteverjaardag, maar was niet de enige die ’shinede’. Volgens de Amerikaanse website TMZ trakteerde de wereldberoemde dj zowel zichzelf als vier van zijn crewleden kettingen met zijn logo, gemaakt van witgoud en diamanten.[3]
- (verouderd) platina
Gangbaarheid
- Het woord witgoud staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'witgoud' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf SOPHIE KLUIVERS 03 mrt. 2018
- de Telegraaf 14 sep. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.