slobeend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slobĀ·eend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slobeend slobeenden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

slobeend v / m [2]

  1. (vogels) Spatula clypeata eend met een spatelvormige snavel waarmee hij zijn voedsel opslobbert

Gangbaarheid

  • Het woord slobeend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.