pata

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  pata    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpata/
Woordafbreking
  • pa·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pata pata's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pata

  1. sportschoen, sneaker
  2. (jongerentaal) schoen
Schrijfwijzen

Gangbaarheid
  • Het woord pata staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. pata op website: Etymologiebank.nl

Spaans
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pa·ta
enkelvoud meervoud
pata patas

Zelfstandig naamwoord

pata v

  1. poot

Verwijzingen

    Surinaams

    Zelfstandig naamwoord

    pata

    1. gymschoen
    Overerving en ontlening
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.