drijven
Nederlands
Woordafbreking
- drij·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voor zich uit doen gaan’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1]
- van het Middelnederlands driven; vergelijk Middelhoogduits triben en Oudsaksisch driban
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
drijven |
dreef |
gedreven |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
drijven
- ergatief
- op het oppervlakte van een vloeistof (voornamelijk water) rusten
- De in het water gevallen boomstam dreef langzaam naar zee.
- in de lucht zweven
- Traag dreven de wolken door de lucht.
- doornat zijn.
- Toen zij uren in de regen hadden gelopen, dreven ze van het water.
- overgankelijk
- iets of iemand voor zich uit doen bewegen
- De herders dreven de kudde naar de omheining.
- (handel) plegen, (een zaak) leiden, uitoefenen, besturen
- Hij dreef de spijker met krachtige slagen in het hout.
- Zij nam Aeneas' zwaard, drukte de wens uit dat de verrader de rook van haar brandstapel op zee zou zien en dreef het metaal diep in haar lichaam.
- figuren op metaal uitkloppen, ciseleren
- aansporen, bewegen tot
- Deze ontwikkelingen alarmeerden Slovenen en Kroaten, en dreef hen snel richting onafhankelijkheid
- drijven tot: dwingen
- De honger dreef de mensen tot vluchten.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
e1. op het oppervlakte van een vloeistof rusten
o1. iets of iemand voor zich uit doen bewegen
o5. aansporen
Gangbaarheid
- Het woord drijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'drijven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.