opjagen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: opjagen (hulp, bestand)

Woordafbreking

op·ja·gen

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van op en jagen [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
opjagen	jaagde op joeg op	opgejaagd
klasse 6 zwak -d	volledig

Werkwoord

opjagen

overgankelijk uit zijn schuilplaats verdrijven

Verwante begrippen

aandrijven, drijven, voortdrijven

Afgeleide begrippen

opjager

Vertalingen

1.

Engels: chase ^(en), drive ^(en), drive on ^(en), impel ^(en), shoo ^(en)

Spaans: acuciar ^(es) , arrear ^(es) , impeler ^(es)

Gangbaarheid

Het woord opjagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opjagen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

opjagen op website: Etymologiebank.nl

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.