uitdrijven
Nederlands
Woordafbreking
- uitĀ·drijĀ·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en drijven
Werkwoord
uitdrijven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitdrijven |
dreef uit |
uitgedreven |
klasse 1 | volledig |
- verjagen van een kwade geest
- De duivel moest volgens de priester worden uitgedreven.
- drijven totdat men tot stilstand is gekomen
- Na de duik liet ik me rustig uitdrijven.
Synoniemen
- [1] uitjagen, uitstoten, uitbannen, exorciseren, bezweren. elimineren, verwijderen
Gangbaarheid
- Het woord uitdrijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitdrijven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.