driven
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- van Oudnederlands drivan
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
driven | dreef | dreven | gedreven |
volledig |
Werkwoord
driven
- «Die maegde ... wilden hare vee te watre driven. [1]»
- De meisjes wilden ... hun vee naar het water drijven.
- «Die maegde ... wilden hare vee te watre driven. [1]»
- ergatief (op het water) drijven, afdrijven
- «Dat hi wel ene mile vander stede was ghedreven. [2]»
- Dat hij wel een mijl van de stad afgedreven was.
- «Dat hi wel ene mile vander stede was ghedreven. [2]»
- handelen, te werk gaan, bezig zijn
- «Dat Apelles screef, daer hi over dreef langher wil dan ic weet. [3]»
- Dat Apelles geschreven heeft en waar hij wel langer over gedaan heeft weet dan ik weet.
- «Dat Apelles screef, daer hi over dreef langher wil dan ic weet. [3]»
Verwijzingen
- Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam Deel 2, 1889 M. Nijhoff
- Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam Deel 2, 1889 M. Nijhoff
- Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam Deel 2, 1889 M. Nijhoff
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.