driven

Engels

Werkwoord

driven

  1. voltooid deelwoord van drive

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid
deelwoord
enkelvoud meervoud
driven dreef dreven gedreven
  volledig  

Werkwoord

driven

  1. overgankelijk drijven, jagen, voeren
  1. «Die maegde ... wilden hare vee te watre driven. [1]»
    De meisjes wilden ... hun vee naar het water drijven.
  2. ergatief (op het water) drijven, afdrijven
  1. «Dat hi wel ene mile vander stede was ghedreven. [2]»
    Dat hij wel een mijl van de stad afgedreven was.
  2. handelen, te werk gaan, bezig zijn
  1. «Dat Apelles screef, daer hi over dreef langher wil dan ic weet. [3]»
    Dat Apelles geschreven heeft en waar hij wel langer over gedaan heeft weet dan ik weet.
Overerving en ontlening

Verwijzingen

  1. Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam Deel 2, 1889 M. Nijhoff
  2. Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam Deel 2, 1889 M. Nijhoff
  3. Middelnederlandsch woordenboek van Eelco Verwijs, Jacob Verdam Deel 2, 1889 M. Nijhoff
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.