uitoefenen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·oe·fe·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitoefenen
oefende uit
uitgeoefend
zwak -d volledig

Werkwoord

uitoefenen

  1. overgankelijk in praktijk brengen
    • Hij oefende daarmee een recht uit waar nog zelden gebruik van gemaakt was. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitoefenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.