aansporen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aansporen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌsporə(n)/
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
aansporenaangespoord
aansporing
Woordafbreking
  • aan·spo·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aansporen
spoorde aan
aangespoord
zwak -d volledig

Werkwoord

aansporen

  1. overgankelijk nadrukkelijk aanzetten tot een bepaalde actie
    • Zij werden aangespoord door hun supporters om niet op te geven. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aansporen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.