Gouw (Germaans)

Een gouw (Duits: Gau, Fries: goa, Gronings: go, Limburgs: goew) is een territoriaal en institutioneel onderdeel van een Gallo-Romeins of Germaans stamgebied.

Gereconstrueerde gouwkaart uit 1898 van de verdeling van het Frankische Rijk bij het Verdrag van Verdun (843). In deze (Franstalige) kaart zijn veel gouwen niet als zodanig aan hun naam te herkennen (Aargovie=Aargau, Thurgovie=Thurgau, Hesbaye=Haspengouw enz.).

Er waren Germaanse gouwen in het huidige Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, België, Nederland, Luxemburg, Noord- en Oost-Frankrijk en Noord-Italië.

Functies

Ontstaan der gouwen

Ruwweg ten zuiden van de Frans-Nederlandse taalgrens in België waren de gouwen onderdelen van de voormalige Romeinse civitates of stadsgebieden. In de Nederlandse en Belgische geschiedenis speelden gouwen een rol van de vierde tot de elfde eeuw. Toen het Frankische Rijk in de zevende en achtste eeuw zijn gezag over de Nederlanden uitbreidde, vormden ze bestuurseenheden in het rijksverband onder vorm van gouwgraafschappen.

Bestuurlijke functie

Gouwen hadden meestal natuurlijke grenzen, zoals rivieren, kusten, heuvelruggen of bergketens of dichte wouden. Ze werden bestuurd door een gouwgraaf; een bestuurlijke functie, uitgeoefend in een bepaalde gouw, en vooreerst geen erfelijke titel, zoals later die van graaf van een bepaald gebied. Een gouwgraaf werd aangesteld door de keizer als diens vertegenwoordiger; kwam hij te overlijden of misdroeg hij zich, dan werd er door de keizer een nieuwe gouwgraaf aangesteld.

Rechterlijke functie

Gouwding (Duits: Gogericht)

De centrale instelling was het gouwding. Dit was de bijeenkomst van dinggenoten, de vrije en weerbare mannen, op gezette tijden (meestal drie keer per jaar) op een vaste plaats (oorspronkelijk in de open lucht), waar werd rechtgesproken volgens het volksrecht en waar andere grote beslissingen werden genomen. De bijeenkomst stond onder leiding van een bij acclamatie aangewezen voorzitter, de rechter of richter. Deze voorzitter was na de inlijving in het Frankische Rijk de gouwgraaf.

Naast de drie vastgestelde echte of geboden dingen waren er de ongeboden dingen voor bijzondere gevallen. De dinggenoten waren dingplichtig, dat wil zeggen dat zij verplicht aanwezig moesten zijn. Karel de Grote veranderde de dingplichten door een afvaardiging van scabini, waarvan afgeleid schepenen.

Vanaf de tiende eeuw raakten gouwen en gouwdingen in verval door de uitbreiding van de horigheid. Daardoor nam het aantal vrije mannen af en de verbrokkeling van de gouwen in graafschappen toe. De gouwnaam bleef evenwel nog lange tijd in gebruik voor geografische situeringen.

Indeling

Opmerking: Deze lijst is onvolledig en de bijgevoegde kaarten zijn onder voorbehoud; deze zijn pas eeuwen later gemaakt als reconstructie en de nauwkeurige indeling is betwist. Ook zijn gouwen in de loop der eeuwen veranderd van vorm, samengevoegd dan wel gesplitst, komen anderen slechts een enkele keer voor en nemen de latere graafschappen vaak de naam van een voormalige gouw over (bijvoorbeeld Brabant). Voorzichtigheid is geboden bij het intekenen van gouwen in kaarten.

Gouwen in de Noordelijke Nederlanden (Nederland en West-Duitsland)

Gereconstrueerde gouwkaart uit 1890 van de indeling van Nederland en omstreken in gouwen in de 10e eeuw

Gouwen in de Zuidelijke Nederlanden (België, Luxemburg en Franse Nederlanden)[3]

De Vlaamse gouwen.

Gouwen in Duitsland en Oost-Frankrijk

Gereconstrueerde gouwkaart uit 1886 van het Heilige Roomse Rijk rond het jaar 1000; meestal eindigen gouwnamen op de letters -gowe.
  • Alpgau: graafschap tussen de Rijn en het Zwarte Woud, westelijk van het Bodenmeer.
  • Altgau: klein graafschap rond Bad Tennstedt en Großfurra
  • Ammergau: het dal van de Ammer/Amper ten westen en zuidwesten van München tot aan de grens met Oostenrijk
  • Anglachgau: Vlakke gebied ten oosten van de Rijn tussen Rastatt en Mannheim.
  • Argengau: Graafschap ten NO van het Bodenmeer, rondom de stad Lindau. In 769 werd Rothard, stamvader van de Welfen graaf van de Argengau. De Argengau vormde de kern van de Duitse bezittingen van de Welfen.
  • Auelgouw: graafschap op de oostelijke oever van de Rijn, tegenover Bonn
  • Augstgau: graafschap langs de rivier de Lech, rond Augsburg en Landsberg
  • Balsamgouw: graafschap aan de westkant van de Elbe, ten noorden van Maagdenburg
  • Bardengouw: graafschap rondom de stad Bardowick in Oostfalen
  • Bertoldsbaar: Een groot gebied ten noorden van de Donau, van zijn oorsprong tot aan de stad Ulm.
  • Bliesgouw: graafschap aan de benedenloop van de rivier de Blies
  • Bonngouw: graafschap rondom Bonn
  • Breisgouw: graafschap rondom Breisach
  • Brettachgau: klein graafschap ten oosten van Heilbronn (stad)
  • Chiemgau: het graafschap rondom de Chiemsee (meer)
  • Derlingouw: een graafschap in Saksen ten oosten van Braunschweig
  • Donaugau: graafschap rond Regensburg, voor het grootste deel op de zuidelijke oever van de Donau
  • Eichsfeld: graafschap ten zuiden van de Harz en ten oosten van Göttingen
  • Eifelgouw: een graafschap in de Eifel; (Duits: Eifelgau).
  • Elsenzgouw: graafschap rond de rivier de Elsenz, ten oosten van Heidelberg
  • Engersgouw: graafschap rond de huidige stad Neuwied (stad)
  • Enzgau: graafschap rond de rivier de Enz, rondom de stad Vaihingen an der Enz
  • Eritgau: betrekkelijk klein graafschap, in het noorden begrensd door de Donau, in het westen en zuiden door de Linzgau en in het oosten door de Folchotsbaar.
  • Harzgau: graafschap in Saksen rondom de steden Halbertstadt en Quedlinburg
  • Haistergau: een gebied in Opper-Zwaben rondom Bad Waldsee.
  • Hasegouw: een gebied in Neder-Saksen rondom de rivier de Hase
  • Hassegouw: graafschap ten westen van Merseburg
  • Hegau: een betrekkelijk klein graafschap ten westen van het Bodenmeer, tussen de Rijn en de Donau. Wordt gekenmerkt door resten van vulkanen die als steile heuvels enkele honderden meters boven het omringende landschap uitsteken. Op de toppen van al deze heuvels zijn kastelen gebouwd.
  • Hessengau: graafschap aan beide zijden van de Fulda (rivier), rond de steden Fritzlar en Kassel (Duitsland)
  • Gellepgouw
  • Gotzfeldgau: graafschap ten zuiden van Frankfurt am Main
  • Grabfeld: Een uitgestrekt graafschap van Fulda in het westen, tot Schweinfurt in het zuiden en het Thüringer Woud in het noordoosten. Later werd het verdeeld in een westelijk en een oostelijk graafschap, waarbij de grens ongeveer door de Rhön werd gevormd.
  • Gulikgouw (pagus Juliacensis; Duits: Jülichgau)
  • Helmegau: graafschap rond het riviertje te Helme, van Kelbra (Kyffhäuser) en Wallhausen (Helme) in het westen tot aan de Saale in het oosten.
  • Kinziggau: graafschap rond de rivier de Kinzig, een zijrivier van de Main
  • Klettgau
  • Königssondergau: klein graafschap op de noordoever van de Main, in het westen grenzend aan de Rijn. Door Karel de Grote gecreëerd als zijn persoonlijk bezit.
  • Kraichgau: Het gebied tussen de steden Karlsruhe, Heidelberg, Pforzheim en Heilbronn.
  • Lahngouw: Het stroomgebied van de rivier de Lahn in het noordwesten van het hertogdom Franken, vanaf Limburg an der Lahn stroomopwaarts. Dietkirchen bij Limburg was een belangrijk kerkelijk centrum. Later werd het graafschap gedeeld in de Opper- en Neder-Lahngouw;(Duits: Lahngau).
  • Lerigouw
  • Liesgau: graafschap in Saksen aan de zuidwestelijke kant van de Harz, oostelijk van Göttingen
  • Linzgau: graafschap tussen de noordelijke over van het Bodenmeer en de Donau.
  • Lobdengau: graafschap aan de benedenloop van de Neckar
  • Maingau: graafschap aan beide zijden van de Main, ten oosten van Frankfurt am Main
  • Marstengau: graafschap ten westen van Hannover.
  • Metzgouw: graafschap in en rond de plaats Metz in het huidige Frankrijk; (Duits: Metzgau)
  • Moezelgouw: graafschap gelegen aan de beide zijden van de rivier de Moezel
  • Nahegouw: graafschap gelegen op de linker Rijnoever, ten noorden van de Wormsgouw op de beide oevers van de rivier de Nahe waarbij de rivier de Selz de grens vormde
  • Nibelgau: graafschap rond de stad Leutkirch in het zuidoosten van Baden-Württemberg.
  • Niddagau: graafschap rond de rivier de Nidda, ten noordoosten van Frankfurt am Main
  • Nordgau (Nederlands: Noordgouw) in de volgende gebieden:
    • Nordgau (Beieren): het noordelijkste deel van Beieren, ten noorden van Regensburg, markgraafschap aan de grens van Bohemen.
    • Nordgau (Elzas) graafschap dat de noordelijke helft van de Elzas omvat, tot in de 11e eeuw geregeerd door nakomelingen van Eticho I. Daarna werd het gebied verdeeld door de Habsburgers, het bisdom Straatsburg en de vrije stad Straatsburg.
  • Nordthüringgau: graafschap ten westen van de Elbe rondom de stad Maagdenburg
  • Opperrijngouw : graafschap ten oosten van de Rijn en ten zuiden van de Main, gelegen tegenover Worms, ten zuiden begrensd door de Lobdengau en ten oosten door de Mainzgau. Ontstaan door deling van de oudere Rijngouw aan het einde van de achtste eeuw, daarbij ontstonden ook de Nederrijngouw, vaak Rijngouw (Duits: Rheingau) genoemd, en de Königssondergau; die bezit was van de koninklijke familie (DuitsOberrheingau).
  • Ortenau: graafschap ten oosten van de Rijn, aan het zuiden grenzend aan de Breisgau, in het oosten aan vormt het Zwarte Woud de grens en in het noorden lag de grens bij Baden-Baden.
  • Pfinzgau: graafschap rond de rivier te Pfinz, ten oosten van Karlsruhe
  • Radenzgau: groot graafschap in het noorden van Beieren dat het oostelijke, grootste, deel van het huidige Opper-Franken besloeg.
  • Rammachgau: graafschap ten zuiden van de Donau, begrensd in het zuiden door de Haistergau, in het westen door het Ruadolteshuntare, in het oosten door de Illergau en in het noorden door het Ruadolteshuntare en de Illergau.
  • Rijngouw: graafschap ten oosten van de Rijn, ten weerszijden van de Main. Tijdens de regering van Karel de Grote creëerde die de Konings-ondergouw op de noordelijke oever van de Main, als persoonlijk bezit van de koning. Hierdoor werd de Rijngouw in twee delen verdeeld: de Opperrijngouw (het gedeelte ten zuiden van de Main) en de (Onder)Rijngouw (het resterende deel ten noorden van de Main).
  • Ruhrgouw: graafschap op de rechterover van de Rijn rond de steden Essen en Duisburg
  • Saalgau: graafschap ten noorden van de Main. In het noorden en oosten begrensd door de Grabfeld gau.
  • Schongau: graafschap aan de rivier de Lech rond Memmingen
  • Schweinachgau: graafschap ten noorden van de Donau, tussen de Beierse Nordgau in het westen en Oostenrijk in het oosten
  • Serimunt: graafschap gelegen tussen de rivieren de Saale, de Mulde, de Fuhne en de Elbe in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt
  • Spiersgouw (Duits: Speyergau): graafschap op de linker Rijnoever rond de stad Spiers
  • Sülichgau: graafschap aan de bovenloop van de Neckar, rondom Tübingen (stad)
  • Sundergau: graafschap in het zuiden van Beiren tussen de Isar en de Inn
  • Sundgouw (Duits: Sundgau)
  • Tilithigau: graafschaap ter weerszijden van de Wezer rond Hamelen
  • Thüringgau: graafschap rond Erfurt
  • Triergouw: Graafschap rond Trier
  • Tullifeld: Graafschap in het westen van Thüringen. Wordt ook wel de Westergau (van Thüringen) genoemd.
  • Nederrijngouw (Duits:Unterrheingau): noordelijkste deel van de oude Rijngouw, wordt zelf ook vaak Rijngouw genoemd.
  • Volkfeld: graafschap ten westen van Bamberg
  • Wetigau: (ook Wesigau), graafschap in het midden van Saksen ten noorden van Paderborn
  • Wetterau: Graafschap rond de rivieren de Nidda en de Wetter, ten zuiden van de Lahngouw en ten noorden van de Main
  • Wigmodië: (ten noorden van Bremen, aan de rechteroever van de Wezer)
  • Wingarteiba: graafschap ten oosten van de Neckar
  • Wormsgouw: graafschap gelegen ten westen van de Rijn, rond de steden Worms en Mainz. Oorspronkelijk strekte het zich in noordelijke richting uit tot aan Koblenz maar in de tiende eeuw werd de rivier de Selz de noordgrens.
  • Zülpichgouw: graafschap rondom de oude koningshof te Zülpich (In de Romeinse tijd Tolbiac genoemd).
  • Zwabengouw: graafschap gelegen oostelijk van Quedlinburg tot aan de rivier de Saale in de huidige Duitse deelstaat Saksen-Anhalt (het lag afzonderlijk van het zuidwestelijk gelegen Hertogdom Zwaben).

Gouwen in Oostenrijk, Zwitserland en Noord-Italië

Zwitserse gouwen in de 10e eeuw

Voetnoten

  1. Handboek tot de staatkundige geschiedenis der Nederlanden: De Middeleeuwen (1979) door Prof. Dr. I. H. Gosses, geheel omwerkt door Prof. Dr. R. R. Post. Uitgeverij Martinus Nijhoff bv, 's-Gravenhage.
  2. Ommervechtdagen.nl Hanzestad in het Vechtdal - een verslag van de handel en wandel in het middeleeuwse Ommen en omgeving.
  3. Léon Vanderkindere, La formation territoriale des principautés belges au Moyen Age, vol. 2, Bruxelles, H. Lamertin, 1902 (digitale versie van de ULB) beschrijft de overgang in de eind 8ste en 11de eeuw van gouwen (pagi) naar graafschappen (comitati) en vorstendommen.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.