weinig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weinig    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɛɪ̯nəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɛːnəx/
    • (Limburg): /ˈwɛɪ̯nɪx/
Woordafbreking
  • wei·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onbepaald telwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1260 [1]
  • Naamwoord van handeling van wenen met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen weinigminderminst
verbogen weinigemindereminste
partitief weinigs--

Onbepaald hoofdtelwoord

weinig

  1. in een kleine hoeveelheid, niet veel
    • Er is nog maar weinig boter over 
  1. in een klein aantal
    • Er zijn nog maar weinig mensen hier. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord weinig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.