weinig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weinig (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈʋɛɪ̯nəχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɛːnəx/
- (Limburg): /ˈwɛɪ̯nɪx/
Woordafbreking
- wei·nig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onbepaald telwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1260 [1]
- Naamwoord van handeling van wenen met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weinig | minder | minst |
verbogen | weinige | mindere | minste |
partitief | weinigs | - | - |
Onbepaald hoofdtelwoord
weinig
- in een kleine hoeveelheid, niet veel
- Er is nog maar weinig boter over
- in een klein aantal
- Er zijn nog maar weinig mensen hier.
Vertalingen
1. in een kleine hoeveelheid, niet veel
2. in een klein aantal
Gangbaarheid
- Het woord weinig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weinig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.