beetje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beetje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbeːtʃjə/
Woordafbreking
  • beet·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klein deel, klein aantal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1646 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord beetje beetjes

Zelfstandig naamwoord

beetje o dim. tant.

  1. een ~; een kleine hoeveelheid
    • Jan heeft een beetje water gedronken. 
  1. enigszins een eigenschap hebbend
    • Maxima vond Willem-Alexander een beetje dom. 
Gelijkklinkende woorden
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

beetje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beet

Gangbaarheid

  • Het woord beetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.