wenen
Nederlands
Woordafbreking
- we·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘huilen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wenen |
weende |
geweend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wenen
- inergatief traanvocht uitscheiden door emotie
- Zij weende al zo zere; haar docht dat zij bedrogen was.
Vertalingen
1. traanvocht uitscheiden door emotie
Gangbaarheid
- Het woord wenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wenen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.