mindere

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mindere    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmɪndərə/
Woordafbreking
  • min·de·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mindere minderen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

mindere v/m

  1. een persoon die lager in rang staat of minder geschikt is
    • Als bediende is hij de mindere van de directeur. 

Bijvoeglijk naamwoord

mindere

  1. verbogen vorm van de vergrotende trap van weinig

Gangbaarheid

  • Het woord mindere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.