kwantiteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwan·ti·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoeveelheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1]
  • afgeleid van het Franse quantité (met het achtervoegsel -iteit) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwantiteit kwantiteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kwantiteit v [3]

  1. hoeveelheid, grootte
Hyponiemen
  • koelwaterkwantiteit
Afgeleide begrippen
  • kwantiteitstheorie
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kwantiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.