vrijheid
Nederlands
Woordafbreking
- vrij·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijheid | vrijheden |
verkleinwoord | vrijheidje | vrijheidjes |
Zelfstandig naamwoord
vrijheid v
- het vrij zijn
- In Nederland is er vrijheid van meningsuiting.
- een privilege
- Hij kreeg de vrijheid om zich artistiek te uiten.
- (sport) een klein zeiljacht, gebouwd volgens de specificaties van de eenheidsklasse
- Een vrijheid was een houten jacht, maar wordt nu ook van polyester gemaakt.
Antoniemen
- [1] beperktheid, gevangenschap
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het vrij zijn
Gangbaarheid
- Het woord vrijheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrijheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.