valk
Nederlands
Woordafbreking
- valk
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in 918 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valk | valken |
verkleinwoord | valkje | valkjes |
Zelfstandig naamwoord
valk m
- (vogels) Falco, roofvogel met lange spitse vleugels
- (scheepvaart) middelgrote open zeilboot, een driemans wedstrijdklasse gebouwd in knikspant met vaste kiel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
- [1] Beter met de uil gezeten dan met de valk gevlogen
- [1] Elk meent zijn uil een valk te zijn / Ieder meent dat zijn uil een valk is
Vertalingen
1. roofvogel
Gangbaarheid
- Het woord valk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'valk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.