variatie
Nederlands
Woordafbreking
- va·ri·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afwisseling’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- Naamwoord van handeling van variëren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | variatie | variaties |
verkleinwoord | variatietje | variatietjes |
Zelfstandig naamwoord
variatie v
- vorm die een beetje van een andere afwijkt
- (muziek) bewerking of aanpassing van een thema
- (geologie) van een punt op aarde, de hoek tussen het magnetische en het geografische noorden
- (wiskunde) het kunnen kiezen van k elementen uit een verzameling van o elementen, waarbij ieder element maximaal één keer gekozen mag worden, en waarbij gelet wordt op de volgorde van kiezen
Synoniemen
- [1] afwisseling
- [3] declinatie
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
- variatiebreedte, variatiecoëfficiënt, variatiegegeven, variatiekaart, variatiekromme, variatiekunst, variatiemogelijkheid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord variatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'variatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.