declinatie
Nederlands
Woordafbreking
- de·cli·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘grammaticale verbuiging’ voor het eerst aangetroffen in 1633 [1]
- Naamwoord van handeling van declineren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | declinatie | declinaties |
verkleinwoord | declinatietje | declinatietjes |
Zelfstandig naamwoord
declinatie v
- (aardrijkskunde) van een punt op aarde, de hoek tussen het magnetische en het geografische noorden
- (astronomie) de afstand (in booggraden) van een hemelobject ten opzichte van de hemelequator
- (taalkunde) het veranderen van de vorm van een zelfstandig naamwoord met een zekere grammaticale betekenis aan te duiden
Synoniemen
- [1] variatie
- [3] verbuiging
Verwante begrippen
- [3] conjugatie, flexie
Hyponiemen
- [2] zonsdeclinatie
Afgeleide begrippen
- declinatiecirkel, declinatiehoek, declinatiekaart, declinatiekompas, declinatieparallel
Vertalingen
1, 2
3
Gangbaarheid
- Het woord declinatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.