aanpassing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpassing    (hulp, bestand)
  • IPA: /'amˌpɑsɪŋ/
Woordafbreking
  • aan·pas·sing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aanpassen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord aanpassing aanpassingen
verkleinwoord aanpassinkje aanpassinkjes

Zelfstandig naamwoord

aanpassing v

  1. een verandering zodat iets beter werkt
    • Dat was de goede aanpassing waardoor het computerprogramma eindelijk goed werkte. 
  1. het zich aanpassen
    • Hij maakte een aanpassing in zijn manier van lesgeven. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanpassing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.