aanpassing
Nederlands
Woordafbreking
- aan·pas·sing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanpassing | aanpassingen |
verkleinwoord | aanpassinkje | aanpassinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanpassing v
- een verandering zodat iets beter werkt
- Dat was de goede aanpassing waardoor het computerprogramma eindelijk goed werkte.
- het zich aanpassen
- Hij maakte een aanpassing in zijn manier van lesgeven.
Hyponiemen
- indexaanpassing, kleuraanpassing, koersaanpassing, wederaanpassing
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
2. het zich aanpassen
|
Gangbaarheid
- Het woord aanpassing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanpassing' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.