giervalk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gier·valk
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Oudnoor(d)s, in de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • samenstelling van  gier   en  valk   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord giervalk giervalken
verkleinwoord giervalkje giervalkjes

Zelfstandig naamwoord

giervalk v / m [3]

  1. (vogels) Falco rusticolus een vogel uit de familie van valken Falconidae

Gangbaarheid

  • Het woord giervalk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.