valkenier
Nederlands
Woordafbreking
- val·ke·nier
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘die valken africht’ voor het eerst aangetroffen in 1410 [1]
- > valk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valkenier | valkeniers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
valkenier m
- Een valkenier moet in staat zijn vogel daadwerkelijk te laten jagen.
Vertalingen
1. bedrijver van valkerij
Gangbaarheid
- Het woord valkenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'valkenier' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.