valkenier

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • val·ke·nier
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘die valken africht’ voor het eerst aangetroffen in 1410 [1]
  • > valk
enkelvoud meervoud
naamwoord valkenier valkeniers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

valkenier m

  1. (beroep) iemand die de valkerij beoefent
    • Een valkenier moet in staat zijn vogel daadwerkelijk te laten jagen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord valkenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.