roofvogel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roofvogel (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈroˌfoχɔɫ/, /ˈroʊ̯ˌfoʊ̯χɔɫ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈroːˌfoːɣəl/
- (Limburg): /ˈroːˌvoːɣəl/
Woordafbreking
- roof·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vogel die van vlees leeft’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- samenstelling van roof ww en vogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roofvogel | roofvogels |
verkleinwoord | roofvogeltje | roofvogeltjes |
Vertalingen
1. een vogel die zijn prooi bejaagt en doodt
|
Gangbaarheid
- Het woord roofvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roofvogel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.