speeltafel
Nederlands
Woordafbreking
- speel·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speel ww en tafel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speeltafel | speeltafels |
verkleinwoord | speeltafeltje | speeltafeltjes |
Zelfstandig naamwoord
speeltafel v/m
- (meubel) een meubelstuk om te gebruiken als tafel bij één of ander spel
- In het casino was het druk, geen speeltafel was onbezet.
- (muziekinstrument) het geheel van toetsen, pedalen, en andere bedieningsorganen van een muziekinstrument, vooral van een orgel
- De orgelbouwer zal ons vandaag uitleg geven over de mogelijkheden van een moderne speeltafel voor ons orgel.
Hyperoniemen
- [1] meubilair
- [2] bedieningsorgaan
Verwante begrippen
- [1] bridge, casino, kaartspel, poker, roulette
- [2] harmonium, kerkorgel, keyboard, synthesizer, toetsenbord
Vertalingen
1. meubelstuk
2. bedieningsorganen van een muziekinstrument
Gangbaarheid
- Het woord speeltafel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'speeltafel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.