harmonium
Nederlands
Woordafbreking
- har·mo·ni·um
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toetsinstrument’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1869 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harmonium | harmoniums |
verkleinwoord | harmoniumpje | harmoniumpjes |
Zelfstandig naamwoord
harmonium o
- (muziekinstrument) een toetsinstrument dat gerekend wordt tot de aerofonen
Vertalingen
1. (muziekinstrument) een toetsinstrument dat gerekend wordt tot de aerofonen
Gangbaarheid
- Het woord harmonium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'harmonium' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.