toetsenbord
Nederlands
Woordafbreking
- toet·sen·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toets en bord met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toetsenbord | toetsenborden |
verkleinwoord | toetsenbordje | toetsenbordjes |
Zelfstandig naamwoord
toetsenbord o
- (informatica) een apparaat waarmee, door toetsen in te drukken, gegevens in een computer ingevoerd kunnen worden
- Zou je niet een ander toetsenbord nemen? Op deze kan ik echt niet typen, met al die toetsen in een golfpatroon naast elkaar.
- (techniek) een set van met de vingers manipuleerbare hefboompjes, knoppen, schakelaars of posities op een (beeld-)scherm waarmee apparaten, machines en instrumenten kunnen worden bediend of bespeeld
- Het toetsenbord is veel te klein, met z'n dikke vingers krijgt hij z'n pincode niet ingevoerd.
- (muziekinstrument) een set van met de vingers in te drukken hefboompjes of knoppen waarmee toetsinstrumenten worden bespeeld
- Het toetsenbord van dit orgeltje omvat maar vijf octaven.
Verwante begrippen
- [1] azertyklavier, qwertyklavier, entertoets, spatietoets, muis
- [2] kasregister, schrijfmachine, zetmachine, rekenmachine, communicatieapparatuur, geldautomaat, afstandbediening, aanraakschermen, spelcomputer
- [3] toetsinstrument, speeltafel, discant
Vertalingen
1,2 een apparaat waarmee, door toetsen in te drukken, gegevens in een computer e.d. ingevoerd kunnen worden
|
|
3. klavier van een toetsinstrument
Gangbaarheid
- Het woord toetsenbord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toetsenbord' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.