som

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  som    (hulp, bestand)
  • IPA: /sɔm/
Woordafbreking
  • som
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord som -
verkleinwoord - -
[2], [3] enkelvoud meervoud
naamwoord som sommen
verkleinwoord sommetje sommetjes
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Kirgizisch of Oezbeeks, in de betekenis van ‘munteenheid van Kirgizië en Oezbekistan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1993 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rekenkundig vraagstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1717 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘totaal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
[4] enkelvoud meervoud
naamwoord som soms
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

som v/m

  1. (wiskunde) resultaat van een optelling
    • Wat is de som van vijf en drie? 
  1. rekenkundige opgave (vooral in het basisonderwijs)
    • Ga je vandaag je sommen nog maken? 
  1. hoeveelheid geld, geldbedrag
    • Vijfhonderdduizend euro is een behoorlijke som. 
  1. (financieel) munteenheid van Kirgizië
    • Heb jij nog enige soms over? 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord som staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / sʌm /
Woordafbreking
  • som
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord sem
Naar frequentie 36

Betrekkelijk voornaamwoord

som

  1. g: die, welk, wie
  2. o: dat, wat
  1. «Eftersøgningshold har lokaliseret vraget af et tyrkisk militærfly, som blev skudt ned af Syrien fredag.»
    Het opsporingsteam heeft het wrak van een Turks militair vliegtuig lokaliseert, dat door Syrië werd neergeschoten op vrijdag.
  2. mv: hetwelk, welke, dewelke

Voegwoord

som

  1. als
  1. «Hjertet fungerer som en pumpe.»
    Het hart werkt als pomp.


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / sɔm /
Woordafbreking
  • som
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord sem
Naar frequentie 23

Betrekkelijk voornaamwoord

som

  1. m / v: die, welk, wie
  1. «Det var jeg som gjorde det.»
    Ik was het die het gedaan heeft.
  2. o: dat, wat
  3. mv: hetwelk, welke, dewelke

Voegwoord

som

  1. als
  1. «Han er svart som en feier.»
    Hij is zwart als een schoorsteenveger.


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /sɔm/
Woordafbreking
  • som
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord sem

Betrekkelijk voornaamwoord

som

  1. m / v: die, welk, wie
  2. o: dat, wat
  3. mv: hetwelk, welke, dewelke

Voegwoord

som

  1. als


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  som    (hulp, bestand)
  • IPA: / sɔm /
Woordafbreking
  • som
Naar frequentie 18

Voegwoord

som

  1. als
  2. in sommige vergelijkingen:
    1. zo ... als
    2. even ... als
  1. «Han är lika lång som jag är.»
    Hij is even lang als ik.

Voornaamwoorden

Betrekkelijk voornaamwoord

som

  1. g: die, welk, wie
  2. o: dat, wat
  3. mv: hetwelk, welke, dewelke
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.